Rekenvoorbeelden

In een aantal voorbeelden kunt u zien wat de aanpassing van de wachttijd voor u kan betekenen. In deze voorbeelden gaan we er vanuit dat een werknemer vanaf indienstdatum elke week werkt. 

Werknemer 1

In 2021 geldt een wachttijd voor de Basisregeling van 26 gewerkte weken. Dat aantal haalt deze werknemer niet in 2021. Vanaf 1 januari 2022 geldt een wachttijd van 8 gewerkte weken. Dat aantal heeft hij op dat moment ruim behaald. Deze werknemer gaat dus vanaf week 1 in  2022 direct pensioen opbouwen in de Basisregeling. En na 52 weken Basisregeling, gaat hij pensioen opbouwen in de Plusregeling.

Werknemer 2

In 2021 geldt een wachttijd voor de Basisregeling van 26 gewerkte weken. Dat aantal haalt deze werknemer niet in 2021. Vanaf 2022 geldt een wachttijd van 8 gewerkte weken. Deze werknemer heeft op 1 januari 2022 5 weken gewerkt en zit nog steeds in de wachttijd. Vanaf week 4 2022 heeft hij in 8 weken gewerkt. Deze werknemer gaat daarom vanaf week 4 2022 pensioen opbouwen in de Basisregeling. De weken die hij vóór 2022 gewerkt heeft tellen namelijk mee voor de berekening van de wachttijd. Na 52 weken Basisregeling gaat deze werknemer pensioen opbouwen in de Plusregeling.

Werknemer 3

In 2021 geldt een wachttijd voor de Basisregeling van 26 gewerkte weken. Dat haalt deze werknemer in week 48 2021. Hij bouwt al vanaf die week pensioen op in de Basisregeling. Voor deze werknemer heeft de aanpassing in de wachttijd dus geen gevolgen. Na 52 weken Basisregeling gaat hij pensioen opbouwen in de Plusregeling.

In onderstaand document vindt u nog meer voorbeelden over de wachttijd en/of een onderbreking in het dienstverband.

Voorbeelden wachttijd en deelnemerschap