Veelgestelde vragen

Algemeen

Wat is de reden van de wachttijdverkorting en aanpassing van de pensioengrondslag ?
Er is in de afgelopen tijd door de sociale partners veelvuldig gesproken over een nieuwe toekomstbestendige pensioenregeling in de uitzendsector. Daarnaast heeft de Sociaal Economische Raad (SER) een advies geschreven hoe brede welvaart voor alle Nederlanders kan worden bereikt. Een van de adviezen was een betere pensioenregeling met een kortere wachttijd en een bredere pensioengrondslag voor uitzendkrachten. Sociale partners hebben besloten om deze verbeteringen vanaf het jaar 2022 in de praktijk te brengen.

De wijzigingen gaan in op 1 januari 2022. Week 1 van 2022 begint eigenlijk pas op 3 januari. Mag ik als ingangsdatum 3 januari 2022 hanteren?
Ja, dat mag. Voor de wijzigingen van de wachttijd en het nieuwe pensioengevend salaris mag aangesloten worden bij de gehanteerde systematiek bij week en/of maandverloning. Dit betekent dat als u per maand verloont, week 1 start op 1 januari 2022. Als u per week/4 weken verloont, dan begint week 1 op 3 januari 2022.  

Ik maak gebruik van een softwarepakket, is deze op tijd aangepast aan de nieuwe regeling?
U kunt deze vraag het beste aan uw softwareleverancier stellen. Wij hebben u en de bij ons bekende softwareleveranciers geïnformeerd over deze wijzigingen. U bent als werkgever zelf verantwoordelijk dat de wijzigingen op tijd zijn doorgevoerd.

Ik werk met seizoenarbeiders, kan ik met mijn werknemers afspreken dat zij geen pensioen opbouwen?
Nee, dat kan niet. De wijzigingen gelden voor alle werknemers die recht hebben op deelname aan de pensioenregelingen van StiPP.

Wijziging wachttijd

Wat moet ik doen als een werknemer in week 1 van 2022 meer dan 8 weken maar minder dan 26 weken voor mij heeft gewerkt?
U meldt deze werknemer vanaf week 1 2022 aan in de Basisregeling. Na 52 weken pensioenopbouw in de Basisregeling, gaat deze werknemer pensioen opbouwen in de Plusregeling. Het maakt daarbij dus geen verschil of iemand op in week 1 2022 al 10 weken had gewerkt of al 20 weken. Beide werknemers gaan vanaf de eerste week van 2022 pensioen opbouwen in de Basisregeling.

Wat zijn de regels bij opvolgend werkgeverschap?
Er is sprake van opvolgend werkgeverschap wanneer de werknemer achtereenvolgens in dienst is bij verschillende werkgevers die op basis van hun werkzaamheden redelijkerwijs elkaars opvolger zijn. In het geval van opvolgend werkgeverschap wordt het relevante arbeidsverleden bij de vorige werkgever mede in aanmerking genomen voor het berekenen van de wachttijd en voor het berekenen van de 52 gewerkte weken in de Basisregeling.

Wijziging pensioengevend salaris

Welke pensioengrondslag moet ik aanhouden als ik in 2022 nog een correctie aanlever over een periode van voor 2022?
U rekent met de pensioengrondslag die in die betreffende periode geldig was.

Wat heeft de wijziging van het pensioengevend salaris voor gevolgen voor de pensioengevende uren die ik aan jullie doorgeef?
Pensioengevende uren zijn de uren die horen bij het pensioengevende salaris. Met het wijzigen van het pensioengevend salaris, zal het aantal pensioengevende uren dat u aan ons doorgeeft dus ook wijzigen. Voor het bepalen van het aantal pensioengevende uren wordt aangesloten bij de memo ‘verloonde uren’ van de Belastingdienst.

Welk loon rondom de ET-regeling moet ik optellen bij het loon voor de werknemersverzekering voor de berekening van het pensioengevend salaris?
U rekent met de bruto inhouding. Dat de netto vergoeding eventueel hoger is, hoeft niet meegenomen te worden.

Hoe weet ik welke onderdelen ik moet meenemen in het loon voor werknemersverzekeringen?
StiPP wil het loon voor werknemersverzekeringen (SV-loon) ontvangen dat u ook opgeeft aan de Belastingdienst. Vragen of een bepaald component van de beloning onderdeel uitmaakt van het SV-loon kunt u aan de Belastingdienst stellen. Ook vindt u op de website van de Belastingdienst het Handboek loonheffingen.

Reserveringen

Wanneer zijn reserveringen voor bijvoorbeeld vakantiegeld pensioengevend?
Reserveringen worden bij uitbetaling opgenomen in het SV-loon en zijn op dat moment dus pensioengevend. Vanaf 2022 zal er een overgangsbepaling zijn voor reserveringen die al zijn opgenomen in het pensioengevend salaris op het moment van ontstaan in 2021. Lees meer hierover op de pagina ‘Reserveringen’.

Op welke wijze moet ik de overgangsbepaling reserveringen toepassen en indienen bij StiPP?
Op de pagina ‘Reserveringen’ vindt u een uitgewerkt voorbeeld hoe u de overgangsbepaling toepast in uw administratie. 

Blijft de keuze tussen opgebouwde en uitbetaalde reserveringen bestaan?
Nee. Deze keuze verdwijnt. Een reservering is met ingang van 2022 pensioengevend op het moment van uitbetalen. Een belangrijk uitgangspunt bij het aanpassen van het pensioengevend salaris is dat deze zo eenduidig mogelijk moet zijn. Daarom wordt aangesloten op het SV-loon. Elke uitzondering hierop, maakt het weer lastiger en onduidelijker. 

Zijn de opgebouwde reserveringen tijdens de wachttijd pensioengevend?

Nee, wanneer een reservering is ontstaan in de wachttijd dan is deze niet verplicht pensioengevend op het moment van uitbetalen. U mag reserveringen opgebouwd in de wachttijd daarom in mindering brengen op het moment dat de reservering wordt uitbetaald. Deze bepaling staat los van de overgangsbepaling reserveringen. Een voorbeeld:

  • Een werknemer van 30 jaar heeft in week 1 2022 14 weken gewerkt. Hij gaat vanaf week 1 2022 deelnemen in de Basisregeling vanwege de overgangsbepaling wachttijd .
  • De overgangsbepaling reserveringen is voor deze werknemer niet van toepassing. Hij was in 2021 nog geen deelnemer in de pensioenregeling en er is dus ook geen pensioen afgedragen over de reserveringen.
  • De werknemer heeft in de wachttijd wél reserveringen opgebouwd. In dit voorbeeld zat de werknemer in week 14 van de wachttijd. Reserveringen in een periode dat een werknemer nog geen deelnemer is aan de pensioenregeling zijn niet pensioengevend. Daarom mag de reservering uit de wachttijd 2021 (in dit voorbeeld 14 weken) in mindering worden gebracht op het moment dat deze wordt uitbetaald.

Zijn de opgebouwde reserveringen als iemand nog geen 21 jaar is pensioengevend?

Nee, wanneer een reservering is ontstaan in de tijd dat een werknemer nog geen 21 jaar was, is deze niet verplicht pensioengevend op het moment van uitbetalen. U mag reserveringen opgebouwd in de periode dat een werknemer nog geen 21 jaar was daarom in mindering brengen op het moment dat de reservering wordt uitbetaald. Deze bepaling staat los van de overgangsbepaling reserveringen. Een voorbeeld:

  • Een werknemer start op 1 juni 2021 met werken, wordt op 15 maart 2022 21 jaar en start daarom op 1 maart 2022 direct met deelnemen aan de Basisregeling.

  • De werknemer heeft reserveringen opgebouwd toen hij nog geen 21 jaar was. Reserveringen in een periode dat een werknemer nog geen deelnemer is aan de pensioenregeling zijn niet pensioengevend. Daarom mag de reservering die is opgebouwd in de periode dat de werknemer nog geen 21 jaar was in mindering worden gebracht op het moment dat deze wordt uitbetaald.

    Let op: vanaf 1 januari 2023 zijn de reserveringen die worden uitbetaald op het moment dat een werknemer onder de 21 jaar deelnemer is in de pensioenregeling, wél pensioengevend.
  • De overgangsbepaling reserveringen is voor deze werknemer niet van toepassing. Hij was in 2021 nog geen deelnemer in de pensioenregeling en er is dus ook geen pensioen afgedragen over de reserveringen.