Hoe ouder uw werknemer is, hoe minder risico we nemen met het pensioengeld. Zo krijgt uw werknemer meer zekerheid over de hoogte van het pensioen. Vanaf 47 jaar bouwen we het beleggingsrisico in stapjes af. Het gedeelte zakelijke waarden (aandelen en onroerend goed) neemt steeds verder af en het gedeelte vastrentend lang en middellang neemt geleidelijk toe. Vastrentende waarden (bijvoorbeeld obligaties) zijn minder risicovol dan zakelijke waarden en behalen over het algemeen een lagere opbrengst. Doordat vastrentende waarden minder risicovol zijn, verloopt de opbouw van het pensioenkapitaal stabieler.
Onderstaande figuur laat de beleggingsmix voor een stabiel pensioen per leeftijdsgroep zien.
Situatie tot 1 februari 2025
Situatie vanaf 1 februari 2025
Keuze tussen een stabiel of variabel pensioen
Als (gewezen) deelnemer van 57 jaar of ouder kan uw werknemer een zogeheten voorlopige keuze maken. Dit is een keuze voor een manier van beleggen. Uw werknemer kan dan kiezen tussen beleggen voor een stabiel of variabel pensioen. Uiteindelijk kiest uw werknemer op zijn of haar pensioendatum of hij of zij een stabiel of variabel pensioen uitgekeerd wilt krijgen.
Onderstaande figuur laat de beleggingsmix voor een variabel pensioen per leeftijdsgroep zien.
Situatie tot 1 februari 2025
Situatie vanaf 1 februari 2025
Meer informatie over deze keuze leest u op de pagina over Stabiel of variabel pensioen.